// leeg test1 bestand
echo "teller1";
Thuisnetwerk woordenlijst
Woordenlijst ...
Deze pagina geeft informatie voor een aantal netwerk termen.
Deze informatie is bedoeld om enige idee te krijgen over de betekenis van een netwerk term.
Staat een (netwerk) term er niet bij, dan is even Googlen of kijken op Wikipedia
een goede oplossing!
- ADSL:
Asymmetric Digital Subscriber Line, in gewoon Nederlands betekent dit A-symmetrische digitale abonnee lijn, of in
nog gewoner Nederlands: het is een manier om digitale informatie over een
telefoonlijn te sturen.
- AES:
Advanced Encryption Standard, in gewoon Nederlands geavanceerde encryptie standaard.
Deze standaard werkt met automatisch wijzigende sleutels (vergelijkbaar met TKIP alleen geavanceerder).
AES kan toegepast worden als data versleuteling methode voor een draadloos netwerk die gebruikt maakt van de WPA netwerk beveiliging.
Deze beveiliging zou op dit moment de beste beveiligingsmethode zijn.
- Besturingssysteem:
Software die nodig is om een computer te laten werken.
- Cross:
netwerkkabel waarvan een viertal draden anders zijn aangesloten.
Directe kabelverbinding:
rechtstreekse verbinding tussen twee computers.
-
DHCP: Dynamic host configuration protocol, in gewoon Nederlands dus dynamische configuratie van netwerk instellingen
via een hoofd systeem (veelal een router, server of host computer).
- DLNA: Digital Living Network Alliance.
In gewoon Nederlands zijn het afspraken tussen verschillende elektronica fabrikanten om mediabestanden te delen tussen
verschillende media apparaten, zoals een computer of een TV.
Praktischi gezien is DLNA een term die aangeeft dat de TV via een netwerkverbinding mediabestanden via het netwerk kan benaderen.
-
Draadloos: Draadloze netwerkverbinding via Wifi netwerkkaart.
-
Firewall: Internet filter op IP adres en poort nummer om ongewenste inkomende en/of uitgaande informatie tegen te houden.
-
Hub: verbindt computers in een netwerk met elkaar, alle computers ontvangen dezelfde netwerk informatie,
een aangesloten computer zoekt zelf uit of de informatie bestemd is voor die computer
-
Internet: Internet is een wereldwijd netwerk van computers dat toegang biedt tot veel informatie.
-
Ipconfig: Windows opdracht die informatie geeft over de netwerkinstellingen.
Ipconfig is vaak niet beschikbaar op oudere Windows systemen, bijvoorbeeld Windows 95).
-
Led, Ledje: een gekleurd lampje (vaak rood, groen, geel of blauw) dat geen gloeidraad heeft.
-
LAN: Local Area Network, in gewoon Nederlands een lokaal netwerk, veelal is dit een thuisnetwerk.
-
MAC-adres: Een MAC adres is een unieke code dat aan een apparaat (netwerkkaart, WAN poort router)
is toegekend in het netwerk. MAC betekent in het Engels: Media Access Control.
-
Netwerk: Dat is een net van verbindingen tussen computers zodat die informatie met elkaar
- Mediastreaming: zie DLNA.
kunnen uitwisselen.
-
Netwerkkaart Component in een computer waarmee een verbinding met een netwerk kan worden gemaakt.
-
Netwerklocatie: Systeem binnen een netwerk met eigen internet adres (eventueel met een naam).
-
Netwerkwizard: Onder Windows XP is dat 'Een thuisnetwerk of klein bedrijfsnetwerk instellen'.
-
Opdrachtprompt: In Windows XP is dit het venster 'Opdrachtprompt' waarin de gebruiker een Windows opdracht
kan intikken en laten uitvoeren.
-
Ping: In Windows en Unix een programma waarmee voor het opgegeven internet adres een ping opdracht wordt verstuurd
waarop deze na ontvangst een bevestiging voor terug kan sturen.
- Pingen:
Ping opdracht uitvoeren voor het opgegeven internet adres met een positief resultaat.
- PSK:
Pre-SharedKeymode. Dit is een beveiligingsmethode voor een draadloos netwerk waarbij de data versleuteld is met een vast ingestelde sleutel.
- Router:
een apparaat dat twee netwerken kan koppelen, het internet is bijvoorbeeld het ene netwerk, het thuisnetwerk is het andere netwerk.
-
Straight: In de betekenis van netwerkkabel, normale netwerkkabel.
-
Switch: verbindt computers in een netwerk met elkaar, een switch zorgt ervoor dat elke computer de
juiste netwerk informatie ontvangt waardoor meerdere computers tegelijk kunnen communiceren.
- TKIP:
Temporal Key Integrity Protocol. Dit is een beveiligingsmethode voor een draadloos netwerk waarbij de data versleuteld is met automatisch wijzigende sleutels.
- UPnP:
Universal plug and play
- UTP:
netwerkkabel, unshielded twisted pair.
In gewoon Nederlands: onafgeschermd, paarsgewijs getwist.
- WAN:
Wide Area Network, in gewoon Nederlands een groot gebied netwerk, bijvoorbeeld het internet.
- WEP:
Wired Equivalent Privacy.
Dit is een (verouderde) netwerk beveiligingsmethode voor draadloze netwerk met behulp van een veiligheidscode.
De veiligheidscode, ook wel sleutel (of wachtwoord) genoemd, bestaat uit hexadecimale cijfers (0..9, a t/m f).
Er bestaan verschillende versies, zoals 64-bit WEP: een sleutel van 10 cijfers,
128-bit WEP: een sleutel van 26 cijfers of 256-bit WEP: een sleutel van 58 cijfers.
-
Winipcfg: Windows 95, 98 opdracht die informatie geeft over de netwerkinstellingen.
-
Wi-Fi: Wireless Fast Internet, in gewoon Nederlands dus draadloos snel internet.
Het woord Fast internet is mogelijk een beetje misleidend. Wifi produkten werken volens IEEE 802.11, dit is een internationale standaard.
-
Wireless: zie Draadloos
- WPA: Wi-Fi Protected Access.
Dit is een netwerk beveiligingsmethode voor draadloze netwerk die op dit moment net als WEP niet als veilig gezien wordt.
WPA ondersteunt net als WEP een vast ingestelde sleutel (PSK) als begin sleutel.
Een goede sleutel is een vereiste om eventuele netwerk inbraken te bemoeilijken.
WPA maakt bij het verzenden van data gebruik van automatisch wijzigende sleutels middels TKIP of AES.
- WPA2: Verbeterde versie van WPA.
- WPS: Wi-Fi Protected Setup. Dit is een protocol om het instellen van veilig draadloos thuisnetwerk te vereenvoudigen.
Terug naar het begin (overzicht).
E-mail? Ga naar de netwerk pagina of ga naar Welkom ... /20 november 2012