Surround lijkt een duidelijke term en de muziek standaard van nu.
Wat het precies inhield, daar had ik me (tot 2004) nooit in verdiept.
Er is veel informatie over te vinden, deze pagina voegt daar hopelijk nog wat aan toe.
Er bestaan veel termen en ik ontdekte dat vaak niet werd uitgelegd wat die termen nou precies
inhielden.
Een goede site voor veel informatie over surround is Dolby Laboratories.
Ik ontving ook snel een reactie van hen toen ik bepaalde uitleg onduidelijk vond of niet kon vinden.
Wat betekent Surround?
Surround geluid geeft de luisteraar het gevoel dat deze omgeven is door geluid.
Het bekende stereo geluid (L en R voor) wordt uitgebreid met een midden luidspreker (tussen L voor en R voor).
Verder staan er luidsprekers (schuin) achter de luisteraar.
In het Engels komt dat neer op left, center, right en surround.
De midden luidspreker voor (center) geeft een Mono signaal aangevuld met speciale geluiden.
De midden luidsprekers (surround) achter geven afhankelijk van het protocol, een beperkt frequentiegebied weer.
Afhankelijk van het protocol worden gescheiden geluidskanalen gebruikt, zoals Dolby Digital (AC-3) of DTS.
Of worden geluidskanalen op een slimme manier samengevoegd (matrixing) zoals met Dolby Pro Logic Surround.
Bijvoorbeeld door signalen in fase of juist in tegenfase in twee geluidskanalen op te nemen.
Deze signalen kunnen er dan vrij eenvoudig weer uit bijvoorbeeld de Linker en Rechter geluidskanalen worden gefilterd.
Het surround geluid is speciaal bedoeld voor zeer fraai en realistisch geluid in de bioscoop.
Surround is natuurlijk ook bedoeld voor de huiskamer om het geluid op de Dvd of de video cassette net zo te laten klinken als in de bioscoop.
Wat betekent 4.1, 5.1, 6.1 of 7.1?
De term 5 in 5.1 staat voor een vijf luidspreker opstelling, namelijk
Links, Midden (center), Rechts en twee (meestal kleinere) surround luidsprekers achter of naast de luisterpositie.
De center luidspreker komt vaak op of onder de TV en is met name bedoeld voor een goede dialoog weergave.
De term .1 in 5.1 is de zesde luidspreker, namelijk een speciale bas-luidspreker (subwoofer).
Zo'n luidspreker is speciaal bedoeld om de lage frequenties en LFE (Low frequency effects) in de muziek weer te geven.
Voor een huiskamer voldoet vaak één zo'n luidspreker omdat lage tonen minder richtings gevoelig zijn.
De term 6.1 is te vergelijken met 5.1 alleen zijn er nu drie surround luidsprekers.
De derde is de midden luidspreker achter.
De term 7.1 is te vergelijken met 6.1 alleen zijn er nu vier surround luidsprekers.
Namelijk twee luidsprekers voor L+R midden en twee luidsprekers L+R achter (opzij)
De term 4.1 staat voor een vier luidspreker opstelling, namelijk L+R voor en L+R achter.
Plus natuurlijk nog de speciale bas-luidspreker (subwoofer) om de lage tonen weer te geven.
De term 4.0 (en misschien ook wel 4.1) past ook wel bij quadrafonie.
Deze techniek dat begin 1970 bekendheid kreeg, is nooit een succes geworden.
Dolby Stereo, Stereo Surround, Dolby Surround
In de periode 1950 tot 1970 stond stereo voor meerdere kanalen geluid.
Uiteindelijk werd stereo de synoniem voor twee kanalen geluid.
Voor de bioscoop was het een komen en gaan van verschillende meerkanaals stereo formaten.
In 1976 verscheen voor de bioscoop Dolby Stereo met vier kanalen geluid (35 mm stereo optische film).
De betekende de introductie van het center en surround kanaal.
Dolby bedacht een manier (gebaseerd op de quadrafonie techniek aangevuld met nieuwe geavanceerde technieken)
om het center en surround geluid onder te brengen in het gewone stereo signaal.
Door middel van faseverschuiving van het geluid wordt in de twee stereo kanalen een extra kanaal, surround, gecodeerd. Het center kanaal wordt toegevoegd aan het stereosignaal toegevoegd.
De center luidspreker staat midden tussen de twee stereo (L + R) luidsprekers.
Het surround geluid gaat naar één of meer luidsprekers die (opzij en) achter de luisteraar(s) staan.
In 1978 kwam er een zes kanaals magnetische variant bij voor de 70 mm film.
Dolby noemde die techniek Stereo Surround. Het omvatte L, R, center, surround en twee bas kanalen.
Er is ook een versie verschenen met twee surround kanalen (voorloper van Dolby Digital).
Dolby Surround kwam in 1982 voor de consumenten markt.
Dit was een drie kanaals versie bestaande uit L, R en een surround kanaal.
De digitale versie was overigens wel vier kanaals alleen werd het center kanaal nog niet gedecodeerd.
Dolby Pro Logic Surround
Dit protocol werd in najaar 1987 door Dolby geïntroduceerd .
Het zorgt voor een zeer ruimtelijk geluid door middel van de 5.1 luidsspreker opstelling.
Het geluidsbeeld lijkt nu nog meer op het ruimtelijke geluid in de bioscoop.
Om dit geluid weer te kunnen geven moet een versterker (of TV) voorzien zijn van een Dolby Pro Logic processor (decoder).
Deze decoder haalt uit de stereo geluidsporen de signalen die nodig zijn om alle luidsprekers aan te sturen.
De luidsprekers achter geven een Mono signaal weer.
Het frequentiegebied van de surround luidsprekers is beperkt (tot 7 kHZ).
Het center kanaal wordt -3dB verzwakt en toegevoegd aan de stereo geluidskanalen.
Het surround geluid wordt gefilterd (100Hz - 7 kHz), er wordt Dolby-B ruis correctie toegevoegd en
vervolgens krijgt het L kanaal het resulaat +90 in fase verschoven, en R kanaal -90 in fase verschoven.
Dolby Pro Logic II Surround
Dolby Prologic II Surround is de opvolger Dolby Pro Logic Surround.
Nieuw is de mogelijkheid om van een gewoon stereo geluid een echt surround geluid te maken.
Verder wordt oorspronkelijk Pro Logic materiaal omgezet in echte 3/2 geluidskanalen.
Dat wil zeggen: 3 voor (L, center en R), 2 surround achter (L en R), plus nog een extra subwoofer kanaal.
De surround luidsprekers krijgen nu een grotere bandbreedte (100Hz - 20 kHz) en leveren dus een veel mooier geluid en dat met een 3/1 matrixed signaal.
Dolby Digital (AC-3)
In 1992 verscheen Dolby Digital in de bioscoop en in 1993 op de consumentenmarkt.
Dolby Digital is de digitale vorm van het pure surround (film-)geluid.
Misschien is de 3 in AC-3 (Audio Compression version 3) toeval, het is in ieder geval wel de derde Dolby surround versie (Surround, Pro Logic en Digital).
Alle geluidskanalen zijn gescheiden. Dit zijn links voor, rechts voor, center kanaal, links achter, rechts achter en de sub-woofer (LFE=low frequency effects).
Het LFE (ook wel boom channel genoemd) heeft een bereik van 20 Hz tot 120 Hz.
Verder is deze versie ook downwards compatibel met 2.0 (stereo) en 4.0 (Pro Logic, vier kanaals surround).
Om Dolby Digital te gebruiken is natuurlijk wel een speciale decoder nodig.
DTS (Digital Theatre System)
Dit systeem is een geduchte concurrent van Dolby Digital.
Dit systeem is in detail ook beter.
De techniek is vergelijkbaar, alleen de compressie is variabel (DTS: 1:1 tot 1:40 ten opzichte van 1:12 bij Dolby Digital).
Verder is de bitrate groter (DTS: 24 bit, Dolby Digital: 18 bits).
Dit levert een betere geluidsweergave resulteert, echter de data omvang is groter.
Er is een speciale DTS decoder vereist, de meeste versterkers ondersteunen dat gelukkig.
Overigens heeft DTS, naast DTS ES 6.1 (& 6.1 Neo) in 2001 ook een nieuw 96Khz/24bit 5.1 formaat
gelanceerd, waarmee een nog hogere kwaliteits niveau wordt bereikt.
DTS ES (Digital Theatre System Extended Surround 6.1), DTS 6.1 Neo
De toevoeging 'ES' levert de 6.1 functionaliteit.
Er zijn twee varianten.
De eerste variant is qua functie en werking te vergelijken met Dolby Digital Surround EX, zie verder.
Middels matrixing in de 2 achterste kanalen wordt een extra 6e kanaal verwerkt.
De tweede variant heeft een zesde kanaal.
Voor de toekomst is er overigens ook al rekening gehouden met een "plafond-kanaal".
Je moet er maar op komen.
DTS ES komt dus het best tot zijn recht op een 6.1 geluidssysteem.
Ook DTS is downwards compatibel gemaakt met DTS 6.1. Neo.
Hiermee kan gewone stereo muziek als "6.1" surround muziek worden weergegeven.
DTS 6.1 Neo is er ook nog in twee smaken, namelijk "Cinema" voor films en "Music" voor Audio-CD's en voor gewone stereo muziek.
MPEG-2 MultiChannel Surround
Een minder bekende concurrent is multi-kanaals MPEG-2.
Hoewel het een goede techniek is, zal deze techniek het moeilijk krijgen.
Dolby Digital is min of meer de standaard geworden voor een video Dvd.
Dolby Digital - Surround EX
Dit geluidsformaat geintroduceerd in 1999 door Dolby Labs & Lucasfilm.
Surround EX is bedoeld voor 7.1 weergave systemen.
Het is volledig compatibel met alle reeds bestaande 5.1 en 6.1 weergave systemen.
Het EX surround systeem maakt gebruik van een vergelijkbare techniek die we al langer kennen van het
aloude Dolby (Pro Logic) Surround:
in twee kanalen (in het EX geval de twee "5.1" achterkanalen) worden twee extra kanalen verweven die
met een speciale 'decoder' er weer uitgefilterd wordten.
Met deze 'nieuwe' extra kanalen worden de midden-achter luidsprekers voorzien van geluidsinformatie.
In het geval van 6.1 wordt een mono signaal naar de opgestelde midden achter luidsprekers gestuurd.
In het geval van 7.1 surround wordt er stereo informatie naar de luidsprekers verzonden.
Sony Digital Dynamic Surround
SDDS is een tegenhanger van Dolby Digital en DTS.
SDDS kan maximaal 7.1 kanalen bevatten van hoge kwaliteit.
Sony lijkt niet van plan SDDS vrij te geven voor gebruik in de thuismarkt.
De SDDS techniek is de basis van ATRAC dat gebruikt wordt voor Sony's MiniDisc.
De luidspreker opstelling lijkt veel op die van een normale 7.1 opstelling.
Echter deze is toch wat anders.
Sony noemt Links voor: Links center, Rechts voor: Rechts center.
Dan staat gewoon Links dus Links opzij. Daarna volgt Links opzij (wat meer naar achteren dan gewoon Links) en Links achter als Left Surround.
Hetzelfde verhaal geldt natuurlijk ook voor Rechts.
THX
THX is geen geluidscoderings techniek zoals Dolby Digital of DTS.
Het is een kwaliteits keurmerk bedacht door Lucasfilm als waarborg dat het beeld -en geluidsmateriaal op perfecte wijze wordt weergegeven.
THX betekent niks specifieks.
De letters THX zijn afkomstig van de naam van de science fiction film 'THX1138', gemaakt door George Lucas.
THX is in 1986 bedacht.
THX Select is kwalificatie voor 'middenklasse' apparatuur, THX Ultra is een kwalificatie voor de hoogste klasse.
Sinds 2001 bestaat ook de THX Surround EX klassificering.
De optie om de geluidsindruk van de bioscoop te benaderen voor de huiskamer, en de eventuele signaal aanpassingen daarvoor, wordt vaak een THX techniek genoemd.
Dat is dus niet juist, de THX certificatie garandeert alleen dat een film in de huiskamer met bijna "levensecht" bioscoopgeluid kan worden weergegeven.
DVD Audio
DVD audio is een speciaal DVD audio fornaat.
Voor stereo een dynamisch bereik van 144 dB en een sample frequentie van 192 kHz bij 24 bits.
Voor meerkanaals geluid zijn er 6 kanalen met een samplefrequentie van 96 kHz bij 24 bits.
Verder is het mogelijk om videobeelden weer te geven.
Nieuwere spelers kunnen ook SACD en meerkanaals 5.1 weergeven.
Wat is SACD
SACD=Super Audio CD. SACD gebruikt een nieuwe technologie dat Direct Stream Digital (DSD) heet.
Dit geeft extra zuiver en natuurgetrouw geluid vergeleken met het geluid van de normale Audio-CD.
Verder ondersteunt SACD meerdere kanalen waarmee surround geluid perfect kan worden weergegven, maar ook video!
Om een SACD te kunnen beluisteren is speciale apparatuur nodig.
Er bestaan Hybrid SACD's met twee opname lagen.
De ene laag bevat de Audio-CD informatie en is af te spelen in een gewone Audio-CD speler.
De andere laag bevat de SACD informatie die alleen met de daarvoor geschikte apparatuur kan worden weergegeven.